Volgens onderzoek van Cornell University is er weinig wat zo bijdraagt aan ons geluksgevoel dan afreizen naar bestemming onbekend. Maar, zo blijkt: uiteindelijk zijn het niet de nieuwe ervaringen die het ‘m doen, maar is het onze houding tijdens een reis.
Psycholoog Ap Dijksterhuis vertelt in zijn boek ‘Wie (niet) reist is gek’ over de psychologische effecten van reizen en legt uit waarom jij je geluk pas vindt aan de andere kant van de wereld.
1. Aandacht maakt alles mooier
Tegenwoordig gaan we niet meer alleen op vakantie om te ontspannen, maar vooral ook om op te laden. Dijksterhuis legt uit dat mensen in hun dagelijkse leven teveel multi-tasken en teveel piekeren. Op vakantie kun je je ononderbroken focussen op één ding, namelijk je reisbestemming. Hierdoor zien we weer de schoonheid om ons heen: de geuren, de kleuren, de mensen. Al die prikkels laten je vanzelf in het hier en nu glijden en vertragen je dag.
2. Laat je harnas thuis
Op vakantie worden we vaak makkelijker en aardiger voor onze omgeving. Je staat open voor nieuwe vriendschappen en bijzondere ontmoetingen, én reizen geeft je een ruimere blik op de mensheid, zo stelt Dijksterhuis.
3. Modus: uitzoomen
Wanneer ons brein een standje lager staat (en dat gaat vaak vanzelf op reis), kun je met wat meer afstand naar je leven kijken. Je dagen zijn even niet vol gepland met afspraken en verplichtingen en dat heeft als positief effect dat je tijdsbeleving op een andere manier ervaart. Want hoe meer nieuwe prikkels je brein moet verwerken, hoe langer de tijd lijkt te duren. In dit langzame tempo krijgt je hoofd de ruimte om te dromen en te denken. Dus twijfel je over wel of niet van baan wisselen, verhuizen of trouwens? Probeer het antwoord dan eens ver van huis te vinden.
Bron: Happinez
